Je suis assis sur le football le sport, mais j'aime aussi le tennis, et j'ai aussi l'expérience des matches de poissons, chose propre Je pense que chaque amusant sport de balle!
jooo
-
EpicIan
- Site Admin
- Berichten: 132
- Lid geworden op: 15-02-2012 17:03
Persoonlijk Dossier
In het Persoonlijk Dossier vertel je over jezelf in het Frans.
Hoe werkt het?
1. Je levert Opdracht A uiterlijk vrijdag 15 juni in tijdens de les. Gebruik een snelhechter waar je naam en klas op staat.
2. Je levert Opdracht B uiterlijk vrijdag 22 juni in tijdens de les.
3. Je mag de opdrachten met de hand maken of op de computer. Doe er minimaal twee foto’s of tekeningen bij.
4. Wees zuinig op je werk. Maak een kopie van tekeningen of teksten die je met de hand hebt gemaakt. Werk je op de computer, vergeet niet je documenten (foto’s, tekeningen) op te slaan. Zet ze ook op een USB-stick zodat je altijd je werk nog hebt, als je computer uitvalt.
Belangrijk voor het cijfer is het volgende:
1. Je krijgt één cijfer voor opdracht A en B. Dit cijfer telt als een SO.
2. Je moet de zinnen gebruiken waarnaar ik je in de opdracht verwijs.
3. Je hebt de zinnen/woordjes goed overgenomen en aangepast waar nodig ( jouw leeftijd, waar je woont, jouw sport, enz.).
4. Je hebt twee foto’s of tekeningen bijgevoegd.
5. Het ziet er netjes uit (computer of met de hand).
6. Je hebt het op tijd ingeleverd. Niet op tijd inleveren is geen cijfer.
A. Over jezelf vertellen
Gebruik de zinnen (bronnen E en K) van Hoofdstuk 1 om in het Frans over jezelf te vertellen. Maak bij deze zinnen een visitekaartje of identiteitskaart van jezelf (tekening of foto, zie ook blz. 28 Werkboek A Fiche d’identité).
1. Ik heet Ian
2. Ik ben Nederlander
3. Ik ben 13 jaar oud.
4. Ik woon in Sellingen
5. Dat is een dorp/stad. dorp
B. Jouw favoriete sport
Lees Bron A, B, C, en E van Hoofdstuk 6. Gebruik die zinnen om te vertellen over jouw favoriete sport. Neem de zinnen over en/of pas ze aan waar nodig. Staat het woord dat jij zoekt er niet bij? Kijk dan in de kopie Faire du sport, de woordenlijst achterin je boek of in een woordenboek.
Is je hobby niet een sport, maar iets anders? Vraag je leraar dan naar de woorden die je nodig hebt om daarover iets te vertellen.
Je suis assis sur le football le sport, mais j'aime aussi le tennis, et j'ai aussi l'expérience des matches de poissons, chose propre Je pense que chaque amusant sport de balle!
In het Persoonlijk Dossier vertel je over jezelf in het Frans.
Hoe werkt het?
1. Je levert Opdracht A uiterlijk vrijdag 15 juni in tijdens de les. Gebruik een snelhechter waar je naam en klas op staat.
2. Je levert Opdracht B uiterlijk vrijdag 22 juni in tijdens de les.
3. Je mag de opdrachten met de hand maken of op de computer. Doe er minimaal twee foto’s of tekeningen bij.
4. Wees zuinig op je werk. Maak een kopie van tekeningen of teksten die je met de hand hebt gemaakt. Werk je op de computer, vergeet niet je documenten (foto’s, tekeningen) op te slaan. Zet ze ook op een USB-stick zodat je altijd je werk nog hebt, als je computer uitvalt.
Belangrijk voor het cijfer is het volgende:
1. Je krijgt één cijfer voor opdracht A en B. Dit cijfer telt als een SO.
2. Je moet de zinnen gebruiken waarnaar ik je in de opdracht verwijs.
3. Je hebt de zinnen/woordjes goed overgenomen en aangepast waar nodig ( jouw leeftijd, waar je woont, jouw sport, enz.).
4. Je hebt twee foto’s of tekeningen bijgevoegd.
5. Het ziet er netjes uit (computer of met de hand).
6. Je hebt het op tijd ingeleverd. Niet op tijd inleveren is geen cijfer.
A. Over jezelf vertellen
Gebruik de zinnen (bronnen E en K) van Hoofdstuk 1 om in het Frans over jezelf te vertellen. Maak bij deze zinnen een visitekaartje of identiteitskaart van jezelf (tekening of foto, zie ook blz. 28 Werkboek A Fiche d’identité).
1. Ik heet Ian
2. Ik ben Nederlander
3. Ik ben 13 jaar oud.
4. Ik woon in Sellingen
5. Dat is een dorp/stad. dorp
B. Jouw favoriete sport
Lees Bron A, B, C, en E van Hoofdstuk 6. Gebruik die zinnen om te vertellen over jouw favoriete sport. Neem de zinnen over en/of pas ze aan waar nodig. Staat het woord dat jij zoekt er niet bij? Kijk dan in de kopie Faire du sport, de woordenlijst achterin je boek of in een woordenboek.
Is je hobby niet een sport, maar iets anders? Vraag je leraar dan naar de woorden die je nodig hebt om daarover iets te vertellen.
Je suis assis sur le football le sport, mais j'aime aussi le tennis, et j'ai aussi l'expérience des matches de poissons, chose propre Je pense que chaque amusant sport de balle!